George Minne ( Gent 1866 - Sint-Martens-Latem 1941 )

Georgius Joannes Leonardus (George) baron Minne (Gent, 30 augustus 1866 - Sint-Martens-Latem, 20 februari 1941) was een Vlaamse beeldhouwer, schilder en tekenaar. Minne werd in Gent geboren als zoon van de landmeter-architect Fredericus Augustus Minne (geboren in Gent op 12 maart 1841) en Emma Van Kakerken (geboorteakte Gent 1866). Van 1882 tot 1884 was hij leerling van Jean Delvin aan de Academie van Gent. Hij werd bevriend met de schrijver Maurice Maeterlinck in 1886. In deze periode maakte hij ook naam als boekillustrator: Serres Chaudes (1888), La Princesse Maleine (1889), Trois drames pour marionettes (1891) en Soeur Béatrice (1900) van Maurice Maeterlinck; Mon Coeur pleure d'Autrefois (1889) van Grégoire Le Roy en Les Villages illusoires (1895) van Emile Verhaeren. In 1890 exposeerde hij enkele van zijn beelden bij Les XX te Brussel en in 1891 werd hij lid van deze belangrijke kunstenaarsgroep. In datzelfde jaar trok hij naar Parijs om er Rodin op te zoeken. Hij werd er echter afgewezen. Minne was al dertig toen hij nog een jaar, van 1895 tot 1896, cursus ging volgen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel, bij Charles Van der Stappen. In 1898 ging hij zich in Sint-Martens-Latem vestigen en nam er de eerste Latemse groep kunstenaars op sleeptouw, de kunstschilders Albijn Van den Abeele, Valerius De Saedeleer, Albert Servaes en Gustave Van de Woestyne. Het werd de groep der mystieke symbolisten, de zgn. eerste Latemse School. Kort voor de Eerste Wereldoorlog, in 1912, werd hij leraar aan de Gentse Academie. Tijdens de oorlog week hij met zijn vrouw uit naar Wales. Na de oorlog trok hij terug naar de Academie, als leraar, tot 1919. Op 25 april 1931 werd hem een baronstitel verleend. Hij werd begraven op het kerkhof van Sint-Martens-Latem.

;