(Den Haag, 1837- Oostduinkerke, 1890)
Schilder, etser. Eerste opleiding bij landschapschilders E. Delvaux en H. Marcette te Spa, kwam later te Parijs in contact met Courbet en Corot. Schilder van marines en landschappen. Verbleef in 1867-1868 in Bretagne. Medestichter van de Société libre de Beaux-Arts te Brussel in 1868. Verbleef vaak te Blankenberge, maar in 1873-1874 ook te Antwerpen waar hij met J. Stobbaerts, H. De Braekeleer, I. Meyers, F. Crabeels, en A.J. Heymans tot de anti-academische richting behoorde; mag beschouwd worden als de belangrijkste Belgische marineschilder van de 19e eeuw. Als plein-airist brak hij met het anekdotisch en pittoreske karakter van de compositie-marine en luidde hij mede het impressionisme van eigen bodem in. De wisselende atmosferische gesteldheid vormt het hoofdthema van zijn marines. Werk o.m. in de musea te Antwerpen, Brussel, Elsene, Gent, Luik
