TOOROP, Johannes Theodorus (Jan) (Poerworedjo) Nederlands-
Indië), 1858-Den Haag, 1928)
Nederlandse schilder, portrettekenaar, ontwerper van keramiek, reclameaffiches
en boekbanden. Aanvankelijk schilderde hij in impressionistische
stijl, maar via het pointillisme ontwikkelde hij zich tot symbolistisch
schilder. Na zijn jeugd in Nederlands-Indië ging hij in 1869 voor zijn
opleiding naar Leiden in Nederland. Oorspronkelijk was zijn opvoeding op
het commerciële gericht (1875-1878), maar zijn artistieke belangstelling
bracht hem naar de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam
(1880-1882) o.l.v. August Allebé. In 1883 trok hij naar Academie voor
Schone Kunsten te Brussel, bij Jean Portaels. Daar dompelde hij zich
onder in het kunstzinnige avant-gardistische milieu, dat gedomineerd
werd door James Ensor en Fernand Khnopff en maakte hij kennis met de
letterkundigen Emile Verhaeren en Maurice Maeterlinck. In 1884 en 1885
maakte hij reizen naar Frankrijk en Engeland. Hij werd in 1885 lid van
de groep Les XX. Met zijn vriend Ensor trok hij naar Parijs en kwam er
onder indruk van het pointillisme van Georges Seurat en Paul Signac. Met
Verhaeren reisde hij naar Londen in 1884 en 1886. Daar werd hij getroffen
door het werk van de impressionist James McNeill Whistler. Terug in
Nederland ontwikkelde Toorop zijn ‘lineair idealisme’ in een religieus
gerichte art-nouveaustijl, waarmee hij de richting van het symbolisme
insloeg. In de laatste twintig jaar van zijn leven was hij sterk roomskatholiek
geïnspireerd wat tot uiting kwam in zijn werken. Zijn werken
bevinden zich in verschillende musea in Nederland en het buitenland. De
Nederlandse art nouveau wordt vaak met zijn werk geassocieerd
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
TOOROP, Johannes Theodorus (Jan) (Purworejo, Indes orientales
néerlandaises, actuelle Indonésie, 1858-La Haye, 1928)
Peintre, portraitiste, créateur de céramiques, d’affiches de publicité et de
reliures. Au départ, il peint dans un style impressionniste, mais par le biais
du pointillisme, il évolue vers le symbolisme. Après ses années de jeunesse
aux Indes orientales néerlandaises, il part suivre une formation à Leyde,
aux Pays-Bas, en 1869. Initialement, ses études adoptent une orientation
commerciale (1875-1878), mais son intérêt pour les arts le mène à la
Rijksacademie (l’académie royale des Beaux-Arts d’Amsterdam) (1880-
1882) sous la direction d’August Allebé. En 1883, il étudie à l’Académie
des Beaux-Arts de Bruxelles auprès de Jean Portaels. C’est là qu’il
s’immerge dans le milieu artistique d’avant-garde, dominé par James
Ensor et Fernand Khnopff et qu’il rencontre les écrivains Émile Verhaeren
et Maurice Maeterlinck. En 1884 et 1885, il voyage en France et en
Grande-Bretagne. En 1885, il rejoint le groupe Les XX. Il part à Paris avec
son ami Ensor et est impressionné par le pointillisme de Georges Seurat et
de Paul Signac. Il voyage à Londres avec Verhaeren en 1884 et en 1886.
C’est là qu’il est touché par l’oeuvre de l’impressionniste James McNeill
Whistler. De retour aux Pays-Bas, Toorop développe son « idéalisme
linéaire » dans un style art nouveau d’orientation religieuse avec lequel
il emprunte la direction du symbolisme. Les oeuvres des vingt dernières
années de sa vie manifestent l’importante inspiration qu’il puise dans sa
profonde foi catholique. L’art nouveau des Pays-Bas est souvent associé
à son oeuvre. Le travail de Toorop figure, entre autres, dans différents
musées aux Pays-Bas et à l’étranger.otifs. After 1905 he concentrated on religious works including stained glass.
