Paul Joostens ( Antwerp 1889 - Antwerp 1960 )

Geboren in een Antwerps Franstalig bourgeois milieu wilde hij eerst architect worden, maar na zijn studies aan de academie sloot hij zich aan bij de Antwerpse Avantgarde.

Rond 1916 schilderde hij kubistisch en vanaf 1919 maakte hij dadaïstische abstracte collages en objecten van wegwerpmaterialen. Hij publiceerde in 1922 een dadatekst, "Salopes ou le quart heure de rage au soleil". Zijn vrienden waren de dichter Paul Van Ostaijen en de gebroeders Jespers. Samen stichten ze "De bond zonder gezegeld papier"

Rond 1925 keerde hij de Avantgarde de rug toe, brak met zijn vrienden en schiep een eigen stijl, de "Joostens gotiek". Geïnspireerd door Hans Memling en de Vlaamse primitieven schilderde hij talloze madonna's en religieuze taferelen. Maar daarnaast schilderde en tekende hij ook sensuele kindvrouwtjes uit de Antwerpse volksbuurten die hij "Poezeloezen" noemde, een thema dat hem gans zijn leven obsedeerde. Hij maakte reeksen fotocollages en schreef poëzie, dagboeken en andere teksten die meestal ongepubliceerd bleven. In de vijftiger jaren hernam hij zijn dadaïstische assemblages. Zijn temperamentvol karakter voerde hem in een isolement dat hij uitdrukte in duistere houtskooltekeningen. Hij stierf vereenzaamd. Pas na zijn dood kreeg hij in 1976 een retrospectieve in het ICC in Antwerpen.

;